Geschiedenis van de Broeders van Huijbergen in Indonesië

Singkawang 1921718497996

De geschiedenis van de Indonesische Provincie begint in Singkawang (West-Borneo). In het jaar 1921 gingen de eerste vijf Nederlandse broeders naar Indonesië en woonden in Singkawang. Als taak namen zij de zorg voor en het onderwijs van verwaarloosde kinderen op. Sinds 1923 namen zij de volle verantwoording op zich voor de school en het ‘asrama’. Het ‘asrama’ kreeg een eigen gebouw in 1925 en de school in 1928. Buiten de school waren zij actief in de vereniging ‘Jong China’ en met de Harmonie St. Cecilia van Br. Longinus. Toen de behoefte aan onderwijs toenam, werd in 1958 de ‘SMP Bruder’ opgericht door Br. Borromeus. De ‘SMP St. Tarcisius’, opgericht door een aantal leraren, gebruikte in de namiddag dezelfde gebouwen als de SMP Bruder. Naast het ‘asrama’ en de scholen was in Singkawang van 1961 tot 1978 ook het noviciaat ‘Subasio’ gevestigd voor de opleiding van kandidaat-broeders.

Pontianak 1924577081914

In Pontianak, het bestuurscentrum van de regering en van het Vicariaat, is sinds 1 juli 1924 een tweede communiteit gevestigd. De broeders ontvingen de vera
ntwoordelijkheid voor de Hollands-Chinese School (HCS) aan de Baliweg en voor het Michael-asrama. Br. Canisius ontwikkelde de Chinese school ‘Hoi Sen’ in Siantan aan de overkant van de Kapuasrivier. Br. Edmundus richtte de Handelsschool op die in 1956 veranderde in een middelbare school voor economie (SMEP) en later weer veranderde in de “SMP Bruder”. Br. Valentinus opende een basisschool met Engels als voertaal. Deze werd later de Basisschool ‘Melati’. Br. Bernulfus en enkele leken richtten de SMA St. Paulus op. Evenals in Singkawang zorgden de broeders ook hier voor het asrama, de jongeren-vereniging ‘Jong China’ en de verkennerij. Bekend was de ‘Groene Troep Silvester’ van Br. Bertrandus. Ook de ‘Bina Remaja’, gebouwd in 1972, werd gebruikt voor jeugdwerk buiten de school.

Banjarmasin 1935

Op het feest van de H. Franciscus (4 oktober 1935) begonnen vijf broeders hun werk in Banjarmasin (Zuid-Borneo). Zij werkten daar samen met de Missionarissen van de H. Familie (MSF) en de Franciscanessen van Dongen. Onder leiding van Br. Maternus ontwikkelden zij de HCS St. Yusuf, het jeugdwerk “SSS” (Sport Spel Studi) en de verkennerij. Bij het begin van de tweede wereldoorlog vluchtten zij naar Java. Na de oorlog gingen zij weer terug. Br. Mauritius richtte in 1948 een MULO op, die twee jaar later omgezet werd in een handelscursus. Br. Domitius begon met een SMP in 1952 en de Brs. Mauritius en Yulianus begonnen een SMA in 1959 en brachten die tot bloei. Naast zijn activiteiten op school en in de verkennerij gaf Br. Mauritius ook college aan de UNLAN Universiteit en ontwikkelde een leesmethode ‘Senang Membaca’ onder de naam Tamsuri. Br. Koenrad 934140023richtte zich vooral op de schoolcatechese. Een grote brand trof de nieuw gebouwde school in 1973. Enkele broeders werden ziek en gingen terug naar Nederland of kwamen te overlijden (o.a. Br. Anton Slamet). Door gebrek aan broeders werd besloten de communiteit in Banjarmasin te sluiten. Officieel werden op 14 Juni 1980 het huis van de broeders en de scholen overgedragen aan het Bisdom Banjarmasin.

Blitar 1939

Tijdens zijn bezoek aan Indonesië besloot Br. Silvester, de toenmalige Algemene Overste, in Blitar (Oost-Java) een communiteit te openen. Samen met een aantal leken begonnen de broeders hun werk in Blitar op 8 juli 1939. Zij openden een Hollands-Indische School (HIS) met een ‘asrama’. Zij hebben dit werk niet lang kunnen doen, omdat zij in 1943 door de Japanners eerst in Kediri en later in Cimahi geïnterneerd werden. Jammer genoeg overleed Br. Claudius aan het eind van de oorlog en werd begraven in ´Tanah Abang´. Na de oorlog was het niet mogelijk het werk in Blitar voort te zetten.

Kudus 1940

In 1940 werd tussen de broeders en MSF besloten, dat ze een MULO over zouden nemen. In de maand juli vertrok Br. Gaudentius van Blitar naar Kudus (Jawa Tengah) om te werken op de MULO en het ´asrama´. Vanwege de tweede wereldoorlog werd de MULO gesloten op 27 februari 1943. De situatie was ongunstig en bovendien werden de broeders door de Japanners geïnterneerd in Bandung. Na de oorlog was het vanwege een verminderd aantal broeders niet mogelijk het werk in Kudus voort te zetten.

Nyarumkop 1948

Om Nyarumkop verder te ontwikkelen als educatief centrum voor de Daya-bevolking opende Mgr. Tarcisius van Valenberg daar een “Cursus Volksschool Onderwijzers” (CVO). Op 13 september 1948 begonnen de broeders hier officieel hun samenwerking met de paters Kapucijnen en de Zusters van Veghel. Hun eerste taak was de CVO ontwikkelen tot “Opleiding Voor Volks Onderwijzers”( OVVO). Daarna werd de OVVO omgebouwd tot SGB (1950) en SGA (1956) en in 1965 tot kweekschool. Daarnaast hielpen zij ook op de SMP (opgericht in 1951) en de SMA (1957), die bedoeld was als seminarieopleiding. De broeders zelf hadden aanvankelijk geen eigen huis. Enkelen verbleven op de pastorie en anderen pendelden tussen Nyarumkop en Singkawang. In de loop van de volgende jaren ontwikkelden de scholen in Nyarumkop zich zodanig, dat nieuwe krachten uit Nederland nodig waren, o.a. Br. Leo Jansen. Behalve het werk op school en ‘asrama’ werd de communiteit ook toevertrouwd belangstellende jongeren op te leiden om broeder te worden (1957). Om tal van redenen, waaronder het gebrek aan krachten, werd Nyarumkop in 1979 door de broeders verlaten.

Pati 1950

Nadat Blitar en Kudus gesloten waren, begonnen de broeders in 1950 weer op Java en wel in Pati (Midden-Java). Zij werkten daar samen met de Missionarissen van de H. Familie (MSF) en de Franciscanessen van Dongen (SFD). Broeder Gaudentius begon, geholpen door Br. Angelus op de ‘SMP Keluarga’. Br. Bruno zette later zijn werk voort. Met de komst van Br. Leo werd de sociale rehabilitatie van ex-lepra-patiënten opgezet in ‘Sani’ en het centrum voor buitenschoolse activiteiten voor jongeren in de Wisma Alverna. Voor broederkandidaten, afkomstig van Java, werd in 1965 een noviciaat geopend. Dit noviciaat verhuisde in 1968 naar Yogyakarta.

Yogyakarta 1968

Voor de opleiding van de broederkandidaten en voor de voortgezette opleiding van jonge broeders werd op 7 maart 1968 het broederhuis Alverna in Yogyakarta aan de Jl. Ngadikan geopend. Zij betrokken het huis van de Congregatie SCY. Br. Angelus en Br. Andreas begonnen hier hun nieuwe taak in het opleidingshuis voor de kandidaten, die nu ook uit de omgeving van Yogyakarta kwamen. In 1973 verhuisde heel de opleiding voor kandidaten naar Singkawang. Het broederhuis Alverna werd toen een studiehuis voor jonge broeders met een studieopdracht voor hoger onderwijs. Dit waren niet alleen eigen broeders, maar ook van de broedercongregaties FIC uit Maastricht, FSC (van Maleisië), Budi Mulia van Dongen en de fraters Hamba-hamba Kristus uit Makasar.
Toen in 1981 de samenwerkende congregaties, de Fraters van Utrecht (BHK), de Broeders van Dongen (BM), de broeders van Liefde (FC) en de broeders van Huijbergen (MTB) hun gezamenlijk noviciaat in Lawang ophieven, werd Alverna weer in gebruik genomen door de broeders van Huijbergen.