Geschiedenis van de Broeders van Huijbergen in Nederland

Huijbergen (1852 – heden)
Nadat een begin gemaakt was met hulp van de broeders van Oudenbosch stichtte de Bisschop van Breda, – Mgr. J. v Hooydonk, – onze Congregatie op 25 september 1854.

Het begin was moeilijk. Verschillende broeders stierven op jonge leeftijd. Onder de leiding echter van een priester als vertegenwoordiger van de bisschop en in nauwe samenwerking met enkele leken-onderwijzers groeiden vanaf 1852 een weeshuis en een pensionaat in en om het oude Wilhelmietenklooster uit tot een indrukwekkend en gerespecteerd opvoedingscentrum. Veel priesters van het bisdom Breda kregen hier hun voorbereidende opleiding.

In 1934 werd een apart noviciaat (Alverno) voor de opleiding van eigen leden gebouwd.

In 1941 werden de broeders gedwongen Huijbergen te verlaten. Bij de terugtocht van het Duitse leger aan het einde van de Tweede Wereldoorlog (1944) bleef van ons klooster slechts een uitgebrande en stukgeschoten ruïne over. Met behulp van velen kon het werk, verspreid over verschillende plaatsen, toch doorgang vinden. Wederom met behulp van derden kon reeds in 1951 een nieuw complex betrokken worden, dat tot 1988 voor veel jongeren een belangrijke plaats bij hun vorming heeft ingenomen. Zowel het basisschool-internaat als het internaat voor voortgezet onderwijs (tezamen Ste.-Marie genaamd) genoten een wijde bekendheid.

Een kleinere communiteit, Franciscushuis of ook wel “Tijdsat” genoemd (1975-1992), stond steeds gastvrij open. Vooral vluchtelingen vonden er aandacht.

In 1990 verliet de broedergemeenschap het te ruim geworden gebouw aan de Staartsestraat en werd (op de historische plaats) het nieuw-gebouwde moederhuis betrokken aan de Boomstraat. Vanaf 1999 is de zetel van het Algemeen Bestuur gevestigd in het voormalige rectoraat er tegenover.

Breda (1890 – heden)

De eerste poging (St.Jansstraat.:1866-1876) tot een nieuwe stichting in Breda mislukte. Sinds 1890 echter komen in Breda, in samenwerking met de Vincentiusvereniging, een weeshuis, een voogdijhuis en diverse basisscholen verspreid over de stad tot stand. Deze werken werden in eerste instantie bediend vanuit de communiteiten aan de Karrestraat (1890-1960) en de Dieststraat (1905-1959).

Breda St. Franciscuskweekschool

In 1916 kwam daar een communiteit met de St. Franciscuskweekschool aan het Dr. Jan Ingenhouszplein bij. Later ontwikkelden de broeders ook het buitengewoon onderwijs op lager en voortgezet niveau. Mede ten behoeve van het speciaal onderwijs werd het St.-Jansklooster (1953-1989) gebouwd. Een sociale werkplaats, onderwijs aan woonwagenbewoners en het werk met jongeren buiten de school (sport, muziek en toneel) kregen ruime aandacht. De behartiging van het middelbaar voortgezet onderwijs kreeg gestalte in een tweetal middelbare scholen die na verloop van jaren opgingen in de scholengemeenschap “Markenhage”. Na ruim honderd jaar werd de kweekschool (PABO) verbonden met de Hogeschool “Avans”.

Breda Broedershuis Ronald Holststraat

In 1960 was het pand aan de Karrestraat aan vervanging toe en kreeg deze communiteit een nieuw gebouw aan de Roland Holststraat (1960-heden).

Oosterhout (1895 – 2004)

Ook in Oosterhout wordt in het begin (1895-1926) nauw samengewerkt met de Vincentiusvereniging.

Tot 1958 gebeurde dit vanuit het klooster van de broeders aan de Arendstraat. Niet alleen kwamen in die jaren diverse basisscholen onder hun leiding, maar ze verzorgden ook het godsdienstonderwijs voor de kinderen op openbare scholen en hadden de zorg voor het weeshuis. Ze ontwikkelden een volksbibliotheek en droegen hun steentje bij aan verschillende vormen van jongerenwerk, zoals sport, toneel en zangkoren. Later kreeg ook het buitengewoon onderwijs speciale aandacht. In 1958 verhuisde de communiteit naar de Huize Limburgstraat waar ze gevestigd bleef tot 2004. Aan het begin van de jaren vijftig ontstond uit een samenwerkingsverband van de gemeenten Oosterhout, Raamsdonk, Made en Geertruidenberg het Mgr. Frencken College met de afdeling H.B.S. en M.M.S, beide vijfjarig. De Congregatie beschikte inmiddels over voldoende leerkrachten om hiervan de leiding op zich te nemen. In 1968, bij een totale reorganisatie van het voortgezet onderwijs in Nederland, werden dat de afdelingen “Athaneum” (zesjarig) en Havo (vijfjarig). Uit dit College ontstond later het Dongemond College in Raamsdonksveer.

Bergen op Zoom (1901 – 2001)

Ook in Bergen op Zoom kon in samenwerking met de plaatselijke Vincentiusvereniging de nodige aandacht gegeven worden aan het weeshuis en het katholiek onderwijs, dat tot ver uit de omgeving leerlingen wist aan te trekken. In 1902 werd hier de St.-Franciscuskweekschool opgericht. Enkele honderden Belgische vluchtelingen vonden er in 1914 een toevluchtsoord en sinds 1934 werd bijzondere zorg besteed aan het buitengewoon onderwijs. Het aantal scholen voor basisonderwijs breidde zich geleidelijk aan uit. In 1941 verhuisde het hoofdbestuur noodgedwongen van Huijbergen naar de Hoogstraat. Vanuit het onderwijsbureau werd de administratie gevoerd van alle scholen waarvan het hoofdbestuur ook schoolbestuur vormde. In november 1977 keerde het hoofdbestuur van de Congregatie terug naar Huijbergen en nam zijn intrek in Ste.-Marie. In 1978 betrok de broedergemeenschap het nieuwe huis aan de Pegasuslaan, dat in 2001 weer werd verlaten. Het onderwijsbureau werd verzelfstandigd.

Hulst (1906-1986)

Dank zij een bijdrage van de katholieke geloofsgemeenschap kon in 1907 aan de Lange Bellingstraat begonnen worden met de Willibrordusschool voor basisonderwijs. Tijdens de eerste wereldoorlog kregen enkele honderden vluchtelingen uit België tijdelijk onderdak in de schoolgebouwen. In 1939 startte ook in Hulst een school voor buitengewoon onderwijs. Tientallen jaren waren de broeders actief betrokken in het werk voor jongeren buiten de school (sport, koor en circus) in verschillende organisaties en verenigingen. In 1956 werd het onderwijsveld uitgebreid met de Clemensschool voor middelbaar onderwijs. In 1986 zag de Congregatie zich genoodzaakt zich uit Hulst terug te trekken.

Amsterdam (1926-1975)

Bijna vijftig jaar kreeg het katholieke basisonderwijs, met name in de Vredesparochie in Amsterdam-Zuid, bijzondere aandacht.

In 1926 begonnen de broeders met de Cornelisschool voor basisonderwijs, al spoedig gevolgd door de Franciscus- en Theodorusschool. Sportactiviteiten, kinderkoren (Mattheus Passie), aandacht voor spraakproblemen en vakantie kinderwerk gaven een bijzondere dimensie aan hun opvoedingswerk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleven de broeders tijdelijk in een woning aan het Dijsselhofplantsoen.

Aan het begin van de jaren zestig werd een vierde basisschool (de Michaelschool) geopend in Amsterdam-Buitenveldert. In 1975 is de communiteit van Amsterdam samengevoegd met die in Amstelveen.

Haaren (1927-1993)

Op uitnodiging van dorpspastoor Van den Broek begonnen de broeders in 1927 hun werk voor de jeugd op de plaatselijke basisschool. Daarbuiten waren zij o.a. ook actief in het verenigingsleven, de verkennerij en het jeugdcircus. Hun werk en leven inspireerden verschillende jongens tot het priesterschap of het kloosterleven. In 1993 verlieten de laatste drie broeders Haaren.

Ossendrecht (1936-2001)

In de Volksabdij “Onze Lieve Vrouw ter Duinen” hebben de broeders met tussenpozen een scala aan activiteiten ontwikkeld.

In de moeilijke jaren dertig werden werkkampen voor werkeloze jongeren georganiseerd. (Werkeloze jongeren kregen in 1939 ook aandacht in het opvanghuis van de broeders in Ginneken). Toen zij tijdens de oorlog Huijbergen moesten verlaten vonden een aantal broeders en novicen hier onderdak. In 1958 namen zij de verantwoordelijkheid op zich voor het internaat van de LTS. Daarna leefden zij van 1981 tot 2001 in een open gemeenschap als de kerngroep van het bezinningscentrum.

Amstelveen (1954 – 1989)

Daartoe uitgenodigd door de lokale parochiegemeenschap, gaven broeders eerst vanuit Amsterdam (vanaf 1949), maar later (1954) vanuit de communiteit ter plaatse veel aandacht besteed aan het lager onderwijs op twee basisscholen. In 1950 werd tevens begonnen met de eerste katholieke school voor middelbaar onderwijs, de Jan Philip Roothaan ULO. Vanwege de nabijheid van de luchthaven Schiphol was er gelegenheid tot overnachten van komende en gaande missionarissen. Ook buiten de scholen werd aandacht besteed aan de jeugd, met name bij sportverenigingen en jongerenkoren. Vanaf 1980 werd ook leiding gegeven aan een school voor basisonderwijs in Ouderkerk a/d Amstel. In 1989 moesten de broeders zich terugtrekken uit Amstelveen.

Groesbeek en Nijmegen (1961-1996)

Op verzoek van de stichting “Helpende Handen” werden de broeders ingezet als jeugdleider en leraar voor lichamelijk en mentaal gehandicapte jongens. Uiteindelijk kon gebruik gemaakt worden van de speciale faciliteiten op “Werkenrode”.

In Nijmegen (Brakkenstein) werd in 1962 een tweede communiteit geopend die zich vooral richtte op basisonderwijs (Michaëlschool) en jongerenwerk (drumband en wandelsport). Spoedig werden alle werkzaamheden door de broeders vanuit deze communiteit verricht. Daarnaast fungeerde de communiteit ook als studiehuis. In 1996 verlieten de broeders Nijmegen.

Hellevoetsluis (1964-1969), Middelburg (1970-1978) en Sint Willebrord (1970-1985)

Behoeften aan extra pastorale zorg in geheel eigen gebieden leidden tot nieuwe initiatieven. In kleine communiteiten, bestaande uit leden van dezelfde (Hellevoetsluis) of van enkele samenwerkende congregaties (HUMO) werd geprobeerd aan deze nood tegemoet te komen. Ondanks de creatieve inzet was deze communiteiten geen lang leven beschoren.

 

2098261188

933572264

380559509

263276947