IM007 BROEDER FRANCISCUS (P. KERREMANS)

007 BROEDER FRANCISCUS (P. KERREMANS)

Geboren te Roosendaal : 10 – 10 – 1823
Ingetreden : 24 – 07 – 1852
Gekleed ….. : 10 – 12 – 1854
H. Professie : 13 – 09 – 1857
Overleden : 23 – 02 – 1892

Broeder Franciscus was de eerste broeder van de Congregatie. Hij bereikte de leeftijd van 69 jaar.
Hij was een onvermoeid werker; vooral op de boerderij en bij de aanleg van paden in de bossen.
Het kloosterkerkhof werd door hem aangelegd en hij was zelf de eerste die er is begraven.

In de geschriften van broeder Pacificus lezen we over hem:
“Broeder Franciscus aanschouwde het levenslicht te Kalfsdonk, een gehucht bij Roosendaal. De kapelaan te Roosendaal hield veel van hem, daar hij een voorbeeld was voor de jeugd en hem op de hoogte hield van de ongeregeldheden, die op het gehucht voorkwamen.
De Congregatie was nog pas gesticht door Mgr. van Hooydonk en die was er op gesteld, dat de postulanten een langen proeftijd hadden. Eerst moest de kleding vastgesteld worden, die de broeders dragen zouden. Men koos de toga van de broeders Redemptoristen en hierom een gordel; hoed en overjas kwamen veel later (1866) Lang duurde het eer broeder Franciscus tot de professie werd toegelaten, veel langer dan hem lief was. Daarom verklaarde hij aan Mgr. dat bij langer uitstel hij liever naar huis terugkeerde.
Broeder Franciscus was niet innemend van persoon, hij was iets terugstotend en ruw van aard; toch had hij een goed hart en kon iemand een riem onder het hart steken. Toen hij in Huijbergen kwam, bestond er geen regel, men deed zo wat te goeder trouw aan. Was het vier uur nm. dan braadde men een flink stuk spek voor de boterham. Bier, wijn, spek, v1ees van alles was er overvloed. Maar telkens als het retraite werd, wisten de Paters Redemptoristen in het een of ander verbetering te brengen, tot eindelijk in 1854 de eerste Regel uitgevaardigd werd. Hij was heel kort en bij de maandelijkse recollectie werd hij door den Z.E.H. Nelen (Overste) in zijn geheel voorgelezen. Een broeder Overste was er nog niet”.

Als eerste broeder van de congregatie kwam hij steeds vooraan. Hij zorgde voor de boerderij, zamelde elk jaar de tienden in bij de boeren in Huijbergen, ging de beplantingen na in tuin en daarbuiten, maar vooral, hij werkte en zwoegde in de woestijn. Deze, vroeger slechts vliegzand, was nu vastgelegd en beplant met dennen. Hij legde overal wegen aan. Daartoe moest menig heuveltje geslecht en dal gevuld worden. Broeder Franciscus was zwaar en lang van persoon, hij was onverschrokken en van niets vervaard. Bloed kon hij echter niet zien. Eens hakte hij met zijn bijl in zijn voet, het bloed gutste er uit en hij viel in bezwijming. Hij heeft hier ook nog een broer gehad, broeder Bernardinus. Deze laatste is later in de wereld teruggekeerd en te Roosendaal aan kanker gestorven”.

Hij was de eerste die zich in 1852 bij Mgr. v. Hooydonk aanmeldde als aspirant-lid van de nog te stichten Broedercongregatie. Hij was toen al 28 jaar. Op 24 juli 1852 werd hij aangenomen en begon als “postulant” zijn werkzaamheden op het weeshuis, waar sinds 20 juli 1852 de vier broeders uit Oudenbosch al vertrokken waren. Pas op 10 december 1854 werd hij samen met broeder Antonius (Broumels) in de parochiekerk plechtig gekleed en op 13 september 1857 legde hij samen met broeder Bonaventura (H. Claeren) zijn eenvoudige geloften af. Broeder Franciscus was een eenvoudige boerenjongen, sterk en taai, een onvermoeibaar werker, een ruwe bolster, maar met een zachte, gouden pit.

Ofschoon hij het in de Congregatie nooit tot een of andere waardigheid heeft gebracht, is hij door zijn grote werkzaamheid en zijn voorbeeldig kloosterleven toch voor onze Congregatie van onschatbare waarde geweest. Hij was wat betreft de regeling der werkzaamheden buiten de school de rechterhand van Rector Nelen. Broeder Franciscus heeft naast de huishoudelijke werkzaamheden op het weeshuis en het werk op de boerderij en in de tuinen, zich vooral toegelegd op de aanplanting van bossen in de “Woestijn”, het aanleggen van paden en het bestrijden van de toen nog veel voorkomende zandverstuivingen. Daarvoor moesten op de uitgestrekte heidevelden plaggen worden afgestoken en met paard en kar (soms ook met een kruiwagen) worden vervoerd. Deze heiplaggen werden dan weer op de omgespitte zandheuvels gelegd. Er werden dennenboompjes geplant en zo werd getracht van deze woeste gronden iets behoorlijks te maken.
Een zwaar en vaak ontmoedigend werk, als de vernielende natuurkrachten sterker bleken te zijn dan de zorgzame ijver van broeder Franciscus. Maar met taai doorzettingsvermogen heeft hij deze ongelijke strijd tegen de verwoestende natuur volgehouden en als we nu kunnen genieten van onze mooie dennenbossen in de omgeving van Ste. Marie dan is dit misschien voor een niet gering deel te danken aan de stoere onverzettelijkheid en energie van deze eerste pionier. Sterk van lichaam moet deze broeder Franciscus geweest zijn en… hij wilde graag ook als zodanig erkend zijn. In zijn kinderlijke eenvoud stond hij er op om bij de maandelijkse plechtige kruisweg, waaraan de hele kloostergemeenschap deelnam, het processiekruis te dragen, geflankeerd door twee tengere koorknapen. Ook bij luisterrijke processie, die op grote feestdagen door de brede kloostergangen rond het pandhof trokken, stelde hij er een eer in als “koploper” het grote, zware processievaandel te torsen. Tot aan zijn dood heeft hij deze privileges voor zich opgeëist.

Een project dat door hem begonnen en uitgevoerd is, was de aanleg van een eigen kloosterkerkhof, hetzelfde dat nu nog steeds als zodanig wordt gebruikt. Het tragische van dit geval is, dat hijzelf als eerste Huijbergse broeder op dit, zijn eigen kerkhof, is begraven. Voor hem waren reeds zes andere broeders gestorven allemaal op jeugdige leeftijd, die alle zes begraven werden op het kerkhof van de parochie Huijbergen.
Deze eerste zes overledenen waren:
Broeder Antonius (J.Broumels) 23 jaar
Broeder Antonius (p.v.pelt) 33 jaar
Broeder Antonius (B. Ferket) 28 jaar
Broeder Bonaventura (H. Claeren) 35 jaar
Broeder Hieronymus (Fr. Akkermans) 29 jaar
Broeder Angelus ( Joh. Bartels) 26 jaar

Na een arbeidzaam en voorbeeldig kloosterleven, stierf broeder Franciscus, de eerste broeder van onze Congregatie, op 68 jarige leeftijd, waarvan hij er 40 doorbracht in Huijbergen, op 23 februari 1892, voorzien van de H. Sacramenten der stervenden.