Simon kireneAllereerst een verhaal van Patricia Datchuck Sánchez uit de National Catholic Reporter (http://ncronline.org) dat gaat over een bejaarde man die onder een grote boom aan de over van de Ganges iedere dag zijn gebeden doet. Op een morgen, na het gebed, ziet hij een hulpeloze schorpioen in het water drijven. Zodra deze de boom nadert, grijpt de man zich vast aan de wortels van de boom en probeert het reddeloze schepsel in veiligheid te brengen. Zodra hij het dier aanraakt steekt de schorpioen hem en instinctief trekt hij zijn hand terug. Maar even later, nadat hij zijn balans hervonden heeft, probeert hij opnieuw zich vasthoudend aan de wortels van de boom het dier te bereiken. Zodra hij het dier aanraakt steekt de schorpioen hem weer, en nu zo hevig dan zijn hand begint te zwellen en zijn gezicht vertrekt van pijn.

Op dat moment ziet een voorbijganger de oude man aan de wortels hangen om te proberen de weinig coöperatieve schorpioen te redden, en roept: “Maar man toch, wat mankeer je? Alleen een dwaas riskeert zijn leven om een lelijk kwaadaardig beest te redden! Besef je niet dat je je leven waagt om die ondankbare schorpioen te redden?”  De oude man draaide zich om en antwoordde rustig: “Beste vriend het is zijn aard om te steken, maar dat neemt niet weg dat het in mijn aard ligt om te redden.”

In dit oude verhaal herkennen we de gewijde teksten van deze heilige week. We vieren dat het in Gods aard ligt om te vergeven, te helen, te redden en te beschermen. Ons egoïsme en geneigdheid tot het kwade kunnen Zijn aard niet veranderen. In Jezus heeft God zich kwetsbaar gemaakt om ons te kunnen bereiken, zonder enig voorbehoud en omwille van onze belangen. Jezus heeft ons daarmee getoond dat het in Gods aard ligt om onophoudelijk te blijven proberen ons, ondanks onszelf, te bereiken en te behoeden.

Ons menselijk gedrag lijkt soms op dat van die schorpioen, ongevraagd aangeboden hulp is zelden welkom, beledigend zelfs wanneer zelfredzaamheid een hoofddeugd geworden is. Maar toch zijn er die weldadige momenten dat iemand haarfijn aanvoelt wat er in ons omgaat en daar bescheiden en uitnodigend blijk van geeft. Iemand die onze verborgen pijn kan vermoeden, en zorgen afleest van een stilte, een blik of een gelaatsuitdrukking. Toch kan ook dan onze kwetsbaarheid eerder aanleiding geven tot een reactie van defensief zelfbehoud dan tot dankbare erkenning van deze verrassende betrokkenheid. Ondanks het feit dat het in onze aard ligt om defensief te reageren geeft erkenning van onze kwetsbaarheid en vertrouwen in elkaars goedheid meer overlevingskansen.

Janet Brooks EmmausOok de betrokkenheid van de oude man die omwille van een bedreigd schepsel pijnlijke risico’s durft te nemen, is ons niet vreemd. We kennen broeders, medewerkers, familieleden en anderen die geleden hebben aan hun eigen goedheid en het niet konden laten toch steeds opnieuw de energie te vinden om tijd en aandacht op te brengen voor een ander.

Hun pijn heeft hen niet afgeschrikt, zij zijn er niet onverschillig door geworden. Integendeel, het heeft hun inlevingsvermogen verfijnd en hun weerloosheid schiep veiligheid voor wie zich bedreigd voelde. Dank zij de wonden die ze zelf hebben opgelopen herkennen ze de pijn en kunnen zij genezend nabij zijn.

Niets menselijks is ons vreemd, maar als broeder-gemeenschap willen we wel een omgeving scheppen waar de mooiste menselijke mogelijkheden optimale kansen krijgen. De weg van Jezus gaat door het lijden naar nieuw leven. Dat Zijn weg ook de onze mag blijven, dan kan onze Paasviering een gezegend Paasfeest zijn, wat ik ons allen van harte toewens.